Persberichten 

Den Haag, 30 januari 2019

Oplossing medicijntekorten door anders omgaan met houdbaarheid
Minister Medische Zorg Bruno Bruins in gesprek met generieke industrie

Op maandag 28 januari 2019 ontving de Bogin (Biosimilars en generieke geneesmiddelenindustrie Nederland) Minister voor Medische Zorg, Bruno Bruins. De middag begon met een bezoek aan de productielijnen van TEVA in Haarlem. Aansluitend gingen Minister Bruins en de Bogin-leden, onder leiding van Bogin-voorzitter Martin Favié, met elkaar in gesprek. Drie belangrijke issues voor de farmaceutische zorg stonden op de agenda: lage prijzen van generieke geneesmiddelen, Europese invoering van de Falsified Medicines Directive op zaterdag 9 februari en geneesmiddeltekorten. Volgens de leden van Bogin kunnen tekorten worden teruggedrongen als apothekers, groothandels en zorgverzekeraars geneesmiddelen accepteren met een houdbaarheid van minimaal 6 maanden in plaats van minimaal 12 maanden zoals nu gebruikelijk is. Hierdoor hoeven er minder geneesmiddelen te worden vernietigd, wat ook goed is voor de duurzaamheid. De houdbaarheid van geneesmiddelen vanaf het moment van produceren is minimaal 24 maanden. Minister Bruins zal dit bespreken met andere marktpartijen in het kader van de discussie over voorraden. 


 

Den Haag, 22 januari 2019

Jean Hermans nieuwe Bogin voorzitter
Beschikbaarheid geneesmiddelen in Nederland is uitdaging

Op 1 april 2019 wordt drs. Jean M. Hermans de nieuwe voorzitter van Bogin (Biosimilars en generieke geneesmiddelenindustrie Nederland). Hermans neemt dan de voorzittershamer over van drs. Martin L.A. Favié die de functie nu zes jaar vervult en het tijd vindt om zich op andere interesses te focussen. Hermans wordt de vijfde voorzitter van de Bogin, die in 1987 werd opgericht om de belangen van patentloze geneesmiddelen te behartigen. 

KNMP, VWS & NMVO
Martin Favié:De afgelopen jaren was Hermans manager beleid en ontwikkeling bij apothekersorganisatie Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie. Voor die tijd werkte hij voor het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hermans is ook politiek actief. Na zijn raadslidmaatschap in Leiden is hij nu lid van het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap van Rijnland. Ook als voorzitter van de stichting Nationale Medicijnen Verificatie Organisatie (NMVO) is Hermans geen onbekende in de farma.”
Jean Hermans: “Bogin staat de komende tijd voor grote uitdagingen, waaronder: hoe houden we een groot assortiment geneesmiddelen van uitstekende kwaliteit beschikbaar voor patiënten? Daar wil ik mij graag voor inzetten.”

Den Haag, 10 oktober 2018

Bogin voorzitter Martin Favié gaat stoppen

Na zes jaar voorzitterschap tijd voor iets nieuws

Martin Favié is sinds 2013 voorzitter van Biosimilars & generieke geneesmiddelenindustrie Nederland. Hij kiest ervoor om vanaf januari 2019 terug te treden, als er een geschikte opvolger is gevonden. 'Ik heb mijn functie de afgelopen zes jaar met veel plezier vervuld. Nu is het tijd om mijn andere interesses aan bod te laten komen,' aldus Favié. Tot een opvolger is aangesteld, blijft Favié namens de leden van Bogin de belangen
van Biosimilars en generieke geneesmiddelen in Nederland en Europa behartigen. 

Den Haag, 23 november 2017

Aanpak vervalste medicijnen kost 17 cent per verpakking
Invoering FMD risico beschikbaarheid generieke geneesmiddelen

Op 9 februari 2019 wordt de Falsified Medicines Directive (FMD) in Europa van kracht. Doel van deze richtlijn is om vervalste medicijnen op de Europese markt tegen te gaan. Hiervoor moeten verpakkingen van receptgeneesmiddelen worden voorzien van een uniek serienummer dat geregistreerd staat in een Europese en nationale databank. De FMD brengt voor fabrikanten van generieke geneesmiddelen in Nederland extra kosten met zich mee. Een gemiddeld doosje generiek geneesmiddel met dertig tabletten kost nu € 2,60 en wordt € 0,17 (6,5%) duurder, wat neerkomt op circa € 30 miljoen per jaar. Verder kan de FMD nadelige gevolgen hebben op de beschikbaarheid van geneesmiddelen. Daarom wil Bogin samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en zorgverzekeraars zoeken naar oplossingen om de kosten van de FMD zo door te berekenen dat tekorten voor patiënten kunnen worden voorkomen en meerkosten proberen te beperken. 

Meerkosten
Bogin voorzitter Martin Favié: “Als brancheorganisatie voor de Biosimilars en generieke geneesmiddelenindustrie Nederland hebben wij Capgemini Consulting de kosten van de invoering van de FMD laten berekenen en de gevolgen laten inventariseren. Bij een omvang van ruim 180 miljoen verpakkingen generieke geneesmiddelen zijn de totale meerkosten circa € 30 miljoen per jaar. Deze kosten komen onder meer door het uitbreiden van verpakkingslijnen voor het aanbrengen van het ‘anti-knoeisysteem’ en de 2D datamatrix met uniek serienummer. Ook treden er meerkosten op door softwareaanpassingen, efficiëntieverlies door vertraagde productie en meer uitval en controles van verpakkingen. Ook het genereren, melden en uitwisselen van unieke serienummers met de Europese en nationale databanken brengt kosten met zich mee.”

Nederlandse situatie
“De FMD kosten variëren per fabrikant, afhankelijk van de totale afzet en het assortiment. Voor fabrikanten met relatief kleine volumes op de naar verhouding kleine Nederlandse geneesmiddelenmarkt zijn de kosten hoog. Een belangrijk deel van deze kosten hangt samen met forse investeringen vooraf, zonder garantie dat die worden terugverdiend. Verwacht kan worden dat de FMD mede daardoor negatieve gevolgen heeft voor de beschikbaarheid van generieke medicijnen in Nederland. Ook bij de start van de FMD kan het leveren van generieke geneesmiddelen onder druk komen te staan als het aanpassen van de verpakkingslijnen in Nederland en elders niet tijdig tot stand komt. Verder zijn de marges op generieke geneesmiddelen in Nederland laag. Daarom is de verwachting dat genoemde effecten in sterkere mate optreden wanneer de fabrikanten van generieke geneesmiddelen niet (tijdig) de kosten van de invoering van de FMD door kunnen berekenen. In het uiterste geval kunnen ze er zelfs voor kiezen om deze generieke geneesmiddelen niet meer in Nederland te leveren. Maar de Nederlandse regelgeving staat het doorberekenen van de kosten in de weg. Geneesmiddelprijzen zijn gebaseerd op historische kosten en de meerkosten van de FMD zijn daarin bij de start in 2019 nog niet meegenomen. Dit bevestigt het belang dat Bogin hecht om met VWS en zorgverzekeraars tot een oplossing te komen om de kosten van de FMD door te berekenen. Daarbij dient gezocht te worden naar een ‘vergoedingsstrategie’ die op korte termijn kan worden gerealiseerd en zo veel mogelijk recht doet aan de verschillen in kosten die bij de diverse fabrikanten optreden.”

Download het volledige rapport in het Nederlands en Engels

Persbericht                                                                                                                              


Den Haag, 22 juni 2015

1e lijnszorg aan zet - Uitdaging: meer doen met minder geld
Apotex – Bogin symposium 2015

Op donderdag 12 november 2015 houdt Bogin in samenwerking met Platform NieuweZorg het Apotex – Bogin symposium 2015. Zorgprofessionals, opinieleiders, wetenschappers, beleidsmakers, industrie en politici gaan met elkaar in debat  en wisselen ideeën uit om de (1e lijns)zorg betaalbaar en toegankelijk te houden. Mensen vanuit allerlei disciplines ontmoeten elkaar en zullen, geïnspireerd door de rondetafel gesprekken, interviews, debatten, plenaire sessies en interactieve stemrondes, de toekomst van de zorg in Nederland mede vormgeven. Hèt zorgsymposium van 2015. Via secretariaat@bogin.nl kunnen geïnteresseerden hun contactgegevens doorgeven en ontvangen na de zomervakantie meer informatie over de locatie, sprekers en invulling van het programma.

Den Haag, 5 februari 2015

Centrafarm treedt toe tot Bogin
Acht Bogin leden leveren ruim 90% generiek in Nederland

Farmaceut Centrafarm is toegetreden als lid van de Bond van de Generieke Geneesmiddelenindustrie Nederland (Bogin). Gezamenlijk zijn de acht Bogin leden verantwoordelijk voor de levering van ruim 90% van alle generieke geneesmiddelen en Biosimilars in Nederland, zowel uitgedrukt in geld als in volume.

Volledig assortiment
Voorzitter Bogin, Martin Favié: ‘Centrafarm is al jaren actief op de Nederlandse markt en staat als betrouwbaar bekend. Centrafarm onderschrijft, net als de andere Bogin leden, het belang van het bieden van een volledig assortiment generieke geneesmiddelen en kiest niet voor een smal aanbod met een beperkt aantal producten. Met deze achtergrond en insteek past Centrafarm prima bij Bogin en onze andere leden.’

Belangen
Sales manager Centrafarm, Henry Tan: ‘Binnen de Bogin kunnen wij onze ideeën delen met branchegenoten, meebeslissen over de toekomst van generiek in Nederland en gezamenlijk optreden. Want Bogin, die meer dan 90% van de generieke markt in ons land vertegenwoordigt, is beter in staat om op te komen voor de belangen van generiek richting overheid, politiek en marktpartijen, dan dat de leden dit individueel zouden doen.’ 

Den Haag, 27 januari 2014

Generieke industrie kan tekorten Ranbaxy slechts enkele weken opvangen
Bogin: preferentiebeleid moet op de helling

Naar aanleiding van het importverbod op Ranbaxy geneesmiddelen en grondstoffen door de Inspectie voor de Gezondheidszorg kunnen de Bogin-leden (Bond van de Generieke Geneesmiddelenindustrie Nederland) het dreigend tekort aan geneesmiddelen op korte termijn oplossen. Maar door het preferentiebeleid hebben fabrikanten die niet preferent zijn bij de zorgverzekeraars hooguit genoeg voorraad voor een aantal weken, zoals van cholesterolremmer atorvastatine. Om ook op lange termijn de continuïteit te garanderen, wil Bogin de discussie aangaan met de overheid en zorgverzekeraars over het falende preferentiebeleid. Bogin is niet tegen prijspreferentie, maar wel tegen labelpreferentie zoals nu, waarbij een zorgverzekeraar één fabrikant aanwijst die een geneesmiddel mag leveren. De kans bestaat dat verzekeraars, als de tekorten zijn opgelost, het preferentiebeleid weer gaan voeren, waardoor de fabrikanten die nu te hulp schieten, met voorraden blijven zitten die niet afgenomen worden.

Voldoen aan vraag
Bogin voorzitter Martin Favié: ‘Bogin heeft al meerdere malen gewezen op de problemen die kunnen ontstaan door preferentiebeleid, zoals het in gevaar brengen van continuïteit van leveren, wat nu met Ranbaxy het geval is. Onze leden zijn de mogelijkheden aan het onderzoeken om de tekorten op de Nederlandse markt aan te vullen. Voor het ene geneesmiddel is dat makkelijker dan voor het andere. Bijvoorbeeld, atorvastatine van Ranbaxy is bij vier grote zorgverzekeraars preferent en heeft een marktaandeel van 80%. Dit houdt in dat andere leveranciers, die de resterende 20% van de patiënten van atorvastatine voorzien, moeten nagaan hoe en in welke mate zij aan deze extra vraag kunnen voldoen. Want het is voor producenten van generieke geneesmiddelen niet mogelijk om op korte termijn speciaal voor de Nederlandse markt extra te produceren. Bovendien zullen er na de Verenigde Staten en Nederland meer landen zijn die de import van Ranbaxy producten zullen verbieden, waardoor het ook niet mogelijk is om goede generieke geneesmiddelen uit andere landen te importeren.’

Prijspreferentie
Favié: ‘Bogin pleit al langer voor een vorm van prijspreferentie, waarbij met zorgverzekeraars een bepaalde maximum prijs voor een geneesmiddel wordt afgesproken. Producenten van generiek zijn dan vrij om te bepalen of ze het voor die prijs willen leveren. In deze situatie ontstaat een gezonde economische markt met meerdere aanbieders, waardoor de kans op tekorten tot het minimum beperkt is.’

Den Haag, 28 februari 2013

Bogin steunt aanbevelingen verkenners extramurale farmacie
Hervorming preferentiebeleid noodzakelijk

De Bond van de Generieke Geneesmiddelenindustrie Nederland (Bogin) onderschrijft de brief van de verkenners extramurale farmacie, Rinnooy Kan en Reibestein. Bogin voelt zich gesteund, omdat onder meer blijkt dat het preferentiebeleid de continuïteit van levering van generieke geneesmiddelen in gevaar brengt. Het levert problemen op voor patiënten, apothekers, groothandel en producenten, waardoor hervorming van het preferentiebeleid noodzakelijk is. Verder wordt geconcludeerd dat de Minister van VWS weer het initiatief moet nemen om te komen tot structureel overleg met betrokken partijen.

Overleg
Bogin voorzitter Martin Favié: 'De problemen in het preferentiebeleid, die wij al eerder constateerden, worden inmiddels erkend en er worden ook suggesties voor oplossingen gegeven. Bovendien wil de Bogin, zoals we zelf mede hebben voorgesteld, de mogelijkheden nagaan om een vorm van prijsregulering, op basis van zelfregulering, in te voeren, na afloop van de aanbestedingsfase. Belangrijke aanbeveling is verder dat de betrokken partijen weer regelmatig onder leiding van de overheid met elkaar gaan overleggen en oplossingen bespreken. Zo kan in de toekomst, de generieke geneesmiddelenvoorziening worden gegarandeerd en overbodige administratieve procedures worden vermeden. Wij vertrouwen erop dat de Minister van VWS snel de betrokken partijen voor een overleg gaat uitnodigen.'

 
Den Haag, 9 januari 2013
   

Martin Favié nieuwe voorzitter Bogin

Op 1 maart 2013 wordt drs. M. (Martin) L.A. Favié de nieuwe voorzitter van Bogin (Bond van de Generieke Geneesmiddelenindustrie Nederland). Favié volgt drs. P.F. (Frank) Bongers op die de functie heeft vervuld sinds 2002. Martin Favié, van huis uit apotheker, was van 1999 tot 2004 voorzitter van de KNMP (Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Pharmacie) en bekleedt momenteel verschillende functies binnen en buiten de gezondheidszorg.

Stabiliteit en zekerheid

Frank Bongers: “In de periode dat ik voorzitter was, is er veel veranderd op het gebied van generieke geneesmiddelen in Nederland. De druk om te bezuinigen binnen de gezondheidszorg heeft de generieke geneesmiddelenindustrie niet ongemoeid gelaten. In het begin van mijn bestuursperiode is er door middel van convenanten met alle betrokken partijen een duidelijke prijsdaling gerealiseerd. Maar aanhoudende druk om te komen tot verdere prijsverlagingen heeft geresulteerd in een situatie dat de prijzen tot een onverantwoord laag niveau zijn gedaald, terwijl door nieuwe eisen en veranderende regelgeving de kosten voor de generieke industrie (aanbieders) verder zijn toegenomen.”

Martin Favié: “Er moet nu een periode aanbreken waar de continuïteit en kwaliteit van de generieke geneesmiddelenvoorziening worden gewaarborgd. De enorme prijsverlaging van generieke geneesmiddelen zet de continuïteit van de levering van deze middelen onder druk. Hiervoor moeten structurele oplossingen worden gevonden.”

Toenemend belang van generiek

Bogin behartigt de belangen van de generieke geneesmiddelenindustrie in Nederland, maar ook internationaal als lid van EGA.De Bogin heeft zeven leden die samen ruim 80% van alle generieke geneesmiddelen in Nederland leveren. In Nederland maakt Bogin zich sterk voor de positie van generieke geneesmiddelen en biosimilars. Generieke geneesmiddelen zijn hoogwaardige geneesmiddelen waarvan het patent is afgelopen en die tegen een aanzienlijk lagere prijs dan het oorspronkelijke geneesmiddel (spécialités) worden aangeboden. In Nederland is het aandeel van generiek in de geneesmiddelenvoorziening bijna 65%. Prijzen van generieke geneesmiddelen zijn gemiddeld ruim 80% lager dan de oorspronkelijke geneesmiddelen. Ook door de introductie van biosimilars komen er alternatieven voor de duurdere bestaande biologische geneesmiddelen.

 
Den Haag, 9 november 2010 

Preferentiebeleid zorgverzekeraars oorzaak leveringsproblemen geneesmiddelen

De Bond van de Generieke Geneesmiddelenindustrie Nederland (Bogin) is niet verbaasd over de uitkomsten van het NOS Net onderzoek. Hieruit blijkt dat er leveringsproblemen zijn voor de door zorgverzekeraars aangewezen preferente geneesmiddelen. Op 20 april 2009 waarschuwde de Bogin al dat het uitbreiden van het preferentiebeleid zou leiden tot ‘een ernstige bedreiging voor de continuïteit van levering van generieke geneesmiddelen’. Bij preferentiebeleid wijzen zorgverzekeraars geneesmiddelen (waarvan het patent verlopen is en generieke alternatieven beschikbaar zijn) aan voor een bepaalde periode, nu veelal voor een jaar of langer. De aanwijzing gebeurt voornamelijk op basis van de laagste prijs. Andere leveranciers worden uitgesloten. De leveringsproblemen zijn met name het gevolg van het door de zorgverzekeraars ingevoerde preferentiebeleid.
 


Voorraden
Bogin voorzitter Frank Bongers: ‘Het preferentiebeleid van zorgverzekeraars is gebaseerd op selectie van de laagste prijs en uitsluiting van de andere producten. Daarnaast houdt de uitvoering van het beleid geen rekening met de logistieke processen bij fabrikanten van generieke geneesmiddelen. Door de toegepaste methode komt het voor dat door de gehanteerde korte termijn er niet genoeg van het gekozen geneesmiddel beschikbaar is en er dus een tekort ontstaat. Als voor een product één leverancier wordt aangewezen om dat product gedurende een periode te leveren, zijn andere leveranciers genoodzaakt hun voorraden af te bouwen. Zij kunnen dan ook meestal niet het tekort opvullen. Het kan niet van generieke fabrikanten verwacht worden dat zij voorraden blijven aanhouden waarbij het risico bestaat dat die later moeten worden vernietigd. Een bedrijf gaat immers geen voorraad aanleggen van producten die niet verkocht kunnen worden. Ook is het niet mogelijk om op korte termijn grotere voorraden voor de Nederlandse markt beschikbaar te krijgen omdat de tijd voor de productie toch al snel 4-6 maanden bedraagt. In dit verband is het belangrijk te weten dat generieke geneesmiddelen bijna 60% uitmaken van de gebruikte geneesmiddelen in Nederland tegen slechts 10% van de totale geneesmiddelenkosten. Gemiddeld ligt de prijs van een maandverpakking van een generiek geneesmiddel onder de 3 euro. In de beginfase van het preferentiebeleid traden deze effecten nog niet op omdat er voldoende voorraad beschikbaar was. Maar die voorraden zijn natuurlijk als gevolg van het preferentiebeleid aangepast. De Bogin heeft reeds in een vroege fase gewaarschuwd voor de effecten die nu optreden. Uit het oogpunt van de patiënt is nu een onwenselijke situatie ontstaan die kan worden opgelost door een ander en beter beleid dan het huidige preferentie beleid.’